Op 15 juli 1942 werd onze
„50 2220 ÜK“ - het bedrijfsnummer 50 3655 kreeg de loc pas in 1961 -
door de Borsig-Lokomotivwerken in Berlin-Henningsdorf aan de Deutsche
Reichs-bahn opgeleverd. De toevoeging „ÜK“ achter het bedrijfsnummer
liet zien dat de locomotief een oorlogslocomotief was, waarbij vanwege
de oorlogsomstandigheden de constructie en uitrusting eenvoudig werden
gehouden. Na het eind van de oorlog bleef de 50 2220 in de „Sovjetzone“
en heeft tot 1961 dienst gedaan met behoud van het oude nummer. Omdat
het St47K-staal van de stoomketel minder verouderingsbestendig was en
de Deutsche Reichsbahn in de DDR de productieve stoomlocomotieven
daarentegen nog niet kon missen, werd onze loc zoals vele andere in de
50er jaren opgenomen in een reconstructieprogramma. Zo werd de 50 2220
in maart/april 1961 de „nieuwe“ Reko-50er 50 3655. De machine was nu
voorzien van een moderne nieuwe ketel, die meer rendement opleverde en
door een mengvoorwarmer gevoed werd, hetgeen ook bepalend was voor de
uiterlijke kenmerken van de loc. In deze vorm deed de loc tot 1986
dienst - op het laatst bij het Bahnbetriebswerk Karl-Marx-Stadt. Her
laatste „genadebrood“ verdiende de loc nog tot het begin van de 90er
jaren als rijdende verwarmingsinstallatie. Toen onze vereniging de 50
3655 in 1992 ontdekte op het loccen-kerkhof in Chemnitz-Hilbersdorf
tussen talrijke andere 50.35 en 52.80, bood dit voor de leden die
meegereisd waren een nogal troosteloze aanblik - alle drijf- en
koppelstangen ontbraken evenals talrijke pijpleidingen, pompen en
ventielen. Voorts was de loc volledig met roest bedekt. Schijnbaar had
de loc nog een goede stoomketel en een geschikt onderstel. Voor 10.000
DM konden wij de „loc-ruïne 50 3655“ kopen van de Deutsche Reichsbahn
in Berlin, maar dat was slechts het begin. Meer dan 150.000 DM en meer
dan 3000 vrijwilligersuren waren nog nodig om de schoorsteen weer aan
het roken te krijgen. Dankzij een royale gift van de Sparkasse
Ibbenbüren, vele giften van treinvrienden en niet in de laatste plaats
door "financiële injecties" van leden van de vereniging was revisie
van de 50 3655 mogelijk. In de winterperiode van 2001 werd het
onderstel van de locomotief gereviseerd, hetgeen opnieuw gepaard ging
met ongeveer 250.000 DM aan kosten. Met het volgende omvangrijke
ketelonderzoek is men ondertussen ook al begonnen. |
|
Type |
G56.15 / 50.35-37 |
Fabrikant |
Borsig - Berlin |
Fabrieksnummer |
15214 |
Bouwjaar |
1942 (als 50 2220 ÜK) |
Wederopbouw |
1962 (RAW Werdau) |
Lengte over de buffers |
22.940 mm |
Gewicht |
140,0 t |
Vermogen |
1760 PSi |
Keteldruk |
16 kp/cm² |
Diameter drijfweel |
1.400 mm |
Maximumsnelheid |
80 km/h (voorw. en achteruit) |
Kolen- / Watervorraad |
8
t / 26m² |
Laatste nummer |
50
3655-3 |
Status |
in
renovatie |
|